Fietsen en regen gaan niet goed samen. Daarom zie je bijna nooit fietsers als het regent. Toch zijn sommigen dapper genoeg… Voor hen een aantal tips om rekening mee te houden als je gaat fietsen in de regen of in natte weersomstandigheden.

Let op wegmarkeringen, oversteekplaatsen en andere tekens die op het wegdek zijn geschilderd. Ze worden extreem glad in natte omstandigheden en als je te veel overhelt, kun je van je fiets vallen.

Let vooral op putdeksels en andere ondergrondse nutsvoorzieningen. Omdat ze van metaal zijn, worden ze extreem glad, je wiel kan er zelfs in vast komen te zitten en dan vlieg je over het stuur.

Kasseien en geplaveide wegen zijn gevaarlijk als het regent of als de stenen nog nat zijn. 

Pas ook op voor bladeren die van bomen op de weg zijn gevallen. Ze zijn erg glad als ze nat zijn en aangezien het in de herfst en winter het vaakst regent, kom je ze zeker tegen op de route.

Wees extra voorzichtig met plassen. Want als er water is, is er ook een kuil, een verzakking of een ander soort gat in de weg. Je weet nooit hoe groot of diep het is. Het kan een simpele plas zijn of een diepe put.

Als je in een gebied woont waar het niet regelmatig regent of waar het lange tijd niet geregend heeft, wees dan heel voorzichtig als je naar buiten gaat tijdens de “eerste” regen of als het begint te regenen terwijl je al aan het fietsen bent. De wegen, vooral de drukke, zijn bedekt met olie, stof en vuil die ze in echte schaatsbanen veranderen zodra de eerste regendruppels vallen. Met elke regendag worden de wegen schoner, maar toch moet je altijd voorzichtig zijn.

Wees voorzichtig langs de kant van de weg en op wegen met veel vuil, zoals grind of zand. In natte omstandigheden blijven al die kleine steentjes aan de banden kleven en kunnen ze lekke banden veroorzaken. Probeer dus dergelijke wegbermen en wegen te vermijden.