Vooraleer je je wandeling gaat bewegwijzeren hou je best rekening met een aantal zaken. We lijsten ze hier voor jou op.

Parcours

De schoonheid van de regio en het gevarieerde parcours bepalen in grote mate het succes van jouw wandeling. Een landelijke omgeving met prachtige vergezichten is aantrekkelijker dan een wandeling langs drukke wegen of doorheen woonwijken. Wandelaars zullen het waarderen wanneer je rekening houdt met de minder goede weersomstandigheden. De keuze van aardewegen, groene zones, parken en bossen moeten dus een meerwaarde betekenen voor de wandeling. Bergop en bergaf moeten leuk blijven.

Tips:

  • variatie in verharde en onverharde wegen
  • groene zones, parken en bossen geven kleur aan je wandeling
  • wandelvriendelijk parcours: weinig drukke wegen, veilige wandelpaadjes ook bij slecht weer
De schoonheid van de regio en het gevarieerde parcours bepalen in grote mate het succes van jouw wandeling.

Reglementering

Wanneer je over private terreinen wenst te wandelen, moet je dit tijdig aanvragen bij de eigenaars. Raadpleeg zeker de plaatselijke politie i.v.m. hun reglementering als je pijlen aanbrengt. Wanneer je de pijlen moet wegnemen is eveneens gereglementeerd.

Tips:

  • toestemming vragen als je private domeinen betreedt
  • politiereglementering i.v.m. pijlen
Vraag toestemming aan de politie of gemeente of je jouw tocht mag bewegwijzeren.

Voorbereiding

Je kent de streek en haar mooiste plekjes. Kerkwegels, paden, dreven en onverharde wegen zijn je bekend. Bij de verkenning van de wandeling houd je rekening met de afstanden en de variatie van het parcours. De wandelaars vinden een omloop, die bij hen past. Voorzie eventueel een rustpost, leg die dan vast om pas daarna je parcours verder uit te stippelen. Waak angstvallig over de afstanden: een pedometer, de kilometerteller van je fiets, een gps helpen je hierbij. Noteer onderweg welke materialen je nodig hebt: pijlen, oversteek gevaarlijke weg, draad, elastieken en haken, paaltjes, plakband…

Tips:

  • eerst de rustpost, daarna het parcours
  • voor elk wat wils in een aangepaste omgeving
  • noteer onderweg wat je nodig hebt
  • gebruik degelijke materialen
  • twee weten meer dan een: bereid de wandeling samen voor

Materiaal

  • gekleurde pijlen (voor iedere afstand een andere kleur)
  • kleefmiddel (plastieken pijlen)
  • elastieken (stukken gesneden binnenband) en haken (houten pijlen)
  • houten paaltjes (geen ronde) voor plaatsen waar geen boom of paal voorhanden is om pijltjes tegen te hangen
  • stoepkrijt voor markeringen op de grond
  • vooraf gemaakte splitsingsborden (bv. op een stuk karton in een plastic mapje)
  • touw, lichte metaaldraad om splitsingsborden op te hangen
  • hamer en tang

Vergeet me nietjes

  • nagel nooit pijlen aan een boom vast
  • breng geen pijlen aan op verkeersborden
  • pijltjes wegnemen of verdraaien is hier en daar een populaire sport: breng ook aanduidingen op de grond aan
  • breng de pijlen zoveel mogelijk aan dezelfde kant van de weg aan
  • voorzie pijltjes langs rechte stukken weg: dit geeft een gerust gevoel
  • beter een pijl te veel dan één te weinig
  • na een splitsing breng je een pijl ‘ter bevestiging’ aan
  • gebruik dezelfde aanduidingen om verwarring te voorkomen
  • controleer de aanduidingen net vóór de wandeling
  • permanente controle van het parcours tijdens de wandeling voorzien
  • verwijder alle pijlen en borden liefst nog dezelfde dag
Beter een pijl te veel dan één te weinig.