Het koude weer nodigt tijdens de herfst- en wintermaanden niet altijd even hard uit om op stap te gaan. En toch wil je blijven bewegen.  Dat kan. We overlopen samen met jou wat je kan doen voor, tijdens en na de wandeling om je te wapenen tegen de kou.

Voor je vertrekt: check de weersverwachting

Natuurlijk bekijk je voor je gaat wandelen in de winter de weersvoorspellingen, zodat je niet voor een verrassing komt te staan. Hierdoor kun je de regen of sneeuwbuien misschien vermijden en weet je in ieder geval hoe koud het is.

 Goed gekleed?

1. Voldoende lagen

In de winter blijf je warm door je met verschillende lagen te kleden.

  • Laag 1: onderkleding / t-shirt (geen wol of katoen)
  • Laag 2: deze zorgt voor warmte zoals bvb. een fleecevest
  • Laag 3: is de buitenste laag. Dit kan bvb. een waterdichte soft- of hardshell zijn.

Hou er ook rekening mee dat de kleding niet te wijd of te strak zit. Zo zorg je dat de lucht tussen de kleding je lichaam isoleert.

2. Bescherm je hoofd en handen

Je hoofd zorgt eigenlijk voor veel warmteverlies. Neem dus een warme muts of hoofdband, wanten of handschoenen en een sjaal en/of buff mee. Zo bescherm je niet alleen je hoofd en handen, maar ook je oren en nek.

3. Sokken en schoenen

Het lijkt logisch om extra dikke sokken aan te trekken. Maar zorg dat je voldoende ruimte hebt in je schoenen. Anders gaat de schoen knellen. waardoor de bloedtoevoer naar je voeten afneemt en je sneller last krijgt van koude voeten.

Je schoenen zelf moeten goed wind- en waterdicht zijn, met een stevige zool. Dat helpt voorkomen dat je valt doordat het glad is.

Tip: Trek geen twee paar sokken aan boven elkaar. Na verloop van tijd gaan de sokken over elkaar schuren wat de kans op blaren verhoogt.

Extra tips

1. Lipstick en crème

Je gezicht is deels onbedekt tijdens het wandelen in de winter. In die kou hebben de wind en felle zon effect op je huid. Neem dus een verzorgende lippenbalsem en -crème mee. Controleer even of de crème er geen op waterbasis is. Dat kan immers bevriezen.

2. Wees zichtbaar

Voorzie je dat je pas tegen valavond (en dat is vroeg tijdens de wintermaanden) terug thuis bent. Neem dan best ook een hesje mee zodat je goed zichtbaar blijft. Meer over zichtbaarheid in het verkeer lees je hier.

Tijdens de tocht

1. Warm op

Je kunt het best even de tijd nemen om op te warmen. Start dus rustig en ga er niet als een pijl vandoor omdat het koud is. Geef je lichaam de tijd om te wennen aan de omstandigheden. Eenmaal opgewarmd kan je het tempo eventueel opvoeren.

2. Blijf in beweging

Zolang je maar rustig doorwandeld, blijf je lekker warm. Stop je echter met wandelen, dan krijg je het al snel heel koud. Als je stopt voor een pauze, trek je best meteen een extra laag aan of blijf je ter plaatse bewegen.

3. Bevoorrading

Door de kou heb je minder dorst of honger. Zonder dat je het merkt zul je toch vocht verliezen en je hebt de energie nodig om te kunnen wandelen én om je warm te houden. Neem dus, zeker bij langere wandeltochten, voldoende drinken en eten mee.

4. Glad?

Is het glad op de weg? Dan is het verstandig om je wandeltechniek aan te passen. Zo voorkom je dat je uitglijdt.

Tip:

  • Wandel iets meer in een waggelende stijl, zoals een pinguïn.
  • Zet kleine stappen, zonder dat je je voeten helemaal afrolt. Op die manier houd je contact met de grond.
  • Voorzie eventueel speciale antislipzooltjes die je onder je schoen kunt kleven.
  • Gebruik wandelstokken. Deze geven meer grip in de sneeuw of op een bevroren ondergrond.

Na je wandeling

Laat je wandelschoenen na je tocht goed drogen, zeker als deze nat zijn geworden door regen of sneeuw.

Tip: Droog ze niet met een warmtebron zoals de verwarming of een haardroger. Dit is slecht voor het materiaal van je schoenen.