Een goede voorbereiding is de helft van het werk. Dat wordt al eens gezegd en geschreven. In het geval van wandelen is dat niet eens gelogen. We geven alvast een aantal tips om je voor te bereiden
- Kies makkelijke, goed ademende kledij en kleed je bij voorkeur in meerdere laagjes,
bijvoorbeeld eerst een T-shirt, dan een fleece en ten slotte een jas uit waterdichte, ademende
stof waardoor de transpiratie kan ontsnappen. Zeker als het koud is, zijn de laagjes belangrijk. - Zorg dat je bij wandelingen langs de openbare weg goed zichtbaar bent door heldere kledij of
een fluorescerende band te dragen. Een fluohesje is geen overbodige luxe. - Draag een hoofddeksel als bescherming tegen de zon of de kou.
- Kies goede schoenen. Voor een kleine wandeling zijn gewone schoenen voldoende. Voor
langere tochten verminderen wandelschoenen het risico op blessures. Hoe ruwer de
ondergrond, hoe steviger de schoen moet zijn. Dikke zolen voorkomen dat je na een tijdje ieder
steentje op de grond voelt. Een goede schoen beschermt de voet tegen vochtig weer maar
zorgt ook voor een goede aan- en afvoer van lucht. - Draag goede sokken zonder naden en met een niet te grove structuur. Zo voorkom je blaren.
- Maak gebruik van een wandelstok als je last hebt van artrose of van evenwichtsstoornissen.
- Koop je wandelschoenen niet ’s morgens vroeg maar wel in de namiddag. Je voeten zwellen in
de loop van de dag een beetje op. Om dezelfde reden koop je het best schoenen die niet te
nauw aansluiten. Pas beide schoenen met de sokken waarmee je normaal wandelt en loop
wat rond in de winkel. - Loop nieuwe schoenen een paar keer in vooraleer je een lange tocht onderneemt.