Je hoeft niet altijd te lezen, kruiswoordraadsels of sudoku’s op te lossen om je brein te trainen. Bewegen is goed voor lichaam en geest. Door tijdens het bewegen je hersenen aan het werk te zetten, kun je jouw brein optimaal trainen. Bij dans gebeurt dit automatisch door de choreografie die je moet onthouden. Ook tijdens het wandelen kan je dit doen. Dan spreken we van cognitieve fitness, brainwalking, denkwandelen of op stap met je brein, een combinatie van lichamelijke en geestelijke inspanning.
Hoe kun je je brein trainen tijdens je wandeling?
Bewegen heeft een positieve invloed op je hersenen. Er worden tijdens het bewegen nieuwe hersencellen aangemaakt en het aantal verbindingen tussen hersencellen groeit. Regelmatig bewegen verkleint de kans op problemen met je concentratie en geheugen. Uit onderzoek blijkt dat bijvoorbeeld de kans op de ziekte van Alzheimer kleiner is wanneer je je hersenen gedurende je hele leven veel stimuleert door intellectueel actief blijft met hobby’s als lezen, puzzelen, hout bewerken of schilderen.
Sommige onderzoekers suggereren dat dat komt doordat je zo een grotere reservevoorraad hersencellen opbouwt, en meer en sterkere verbindingen tussen cellen. Daardoor zou je ondanks de onvermijdelijke slijtage die gepaard gaat met het ouder worden, toch goed kunnen blijven functioneren.
Tijdens cognitieve fitness worden je geheugen, concentratievermogen en coördinatie extra aan het werk gezet. Je voert de oefeningen namelijk tijdens het bewegen uit.
Wandelen en cognitieve fitness is een hele goede combinatie. Terwijl je buiten in beweging bent, kun je verschillende oefeningen doen in je eentje of in groep. Al is dat in het laatste geval leuker. Je moet op elkaar reageren wat een grotere uitdaging is voor jouw concentratie en reactievermogen.
Zelf proberen?
Voorbeelden:
- Kies tijdens het wandelen een letter en verzin zoveel mogelijk plaatsnamen, plantennamen, filmsterren, automerken… met die letter. Of begin steeds met de laatste letter van de naam die je daarvoor koos. Blijf tijdens het bedenken van de namen gewoon doorwandelen.
- Ga wandelen en laat de deelnemers na afloop het parcours tekenen of aanduiden op de kaart.
- Neem tijdens je wandeling een kwartier lang je omgeving zo goed mogelijk in je op en onthoud bepaalde elementen: langs hoeveel bomen ben je gelopen, hoeveel dieren heb je gezien, hoeveel verkeersborden ben je gepasseerd, hoeveel winkels ben je gepasseerd, hoeveel gele auto’s…? Sla deze informatie in je hoofd op en probeer na een kwartier of half uur deze informatie weer voor jezelf op te noemen. Wat heb je onthouden? Op deze manier heb je én bewogen én je geheugen getraind.
- Laat de chrono (of je mobiele telefoon) aftellen vanaf 30 seconden. Probeer te anticiperen op het moment waarop het alarm afgaat. Neem daarna steeds langere tijdsintervallen. Doe je dit in groep dan kan je de deelnemers hun hand in de lucht laten steken als ze denken dat de tijd (bijna) verstreken is.
- Geef als wandelbegeleider de richting aan door telkens het tegenovergestelde te zeggen: wanneer ze naar links moeten afslaan zeg je rechts en omgekeerd. Rechtdoor wordt terugkeren en doorstappen betekent stoppen.
- Vorm samen een woordenreeks rond een bepaalt thema. De eerste begint met één woord. De tweede herhaalt het woord en vult aan met een ander woord. De derde herhaalt de twee woorden en voegt er een derde woord aan toe… Je kan dit ook doen met cijfers.
- Ook reken-, taal- of logische raadsels, breinbrekers, hersenkrakers… zijn aan te raden.